De wijnroute loopt door het meest prestigieuze deel van de Bourgondische wijngaarden. 38 pittoreske wijndorpen van de Côte de Nuits en Côte de Beaune, tussen Dijon en Beaune en tot aan Santenay, over een lengte van 60 km. 

Wat is de Route des Grands Crus?

Het betreft een smalle strook die zich uitstrekt over een noord-zuid as, waarvan de breedte niet meer als 2 km en de hoogte niet meer als 300 à 400 meter bedraagt. 

Côte de Nuits : Dijon - Corgoloin

Het eerste deel van de route loopt parallel aan de voormalige N74, onlangs benoemd als D974. Op deze prestigieuze Côte de Nuits regeren de grootste rode wijnen van de wereld waarvan 24 grands crus op de 33 die Bourgondië telt (Romanée-Conti, Clos de Vougeot, Chambertin…).

Côte de Beaune : Corgoloin - Santenay

Na Corgoloin tot aan de Maranges heet de regio Côte de Beaune. Gezegend land van de Chardonnay, de grootste droge witte wijnen van de wereld producerend met de Corton Charlemagne, de crus van Meursault, de Montrachet….

Charmante dorpjes

Langs de zacht glooiende heuvels liggen tussen ieder dorp, slechts op enkele kilometers van elkaar, strakke rijen wijnranken.
Van Gevrey-Chambertin tot Nuits Saint Georges of van Aloxe-Corton tot aan Santenay, ziet u een typische wijnarchitectuur met mooie kalkstenen huizen en dakpannen. Vaak gelegen tussen binnenplaatsen en tuinen, hebben bijna al deze huizen, van wijnboeren, oude kelders, belangrijke plaats van het huis welke de eigenaar openstelt voor wijnliefhebbers. 
Traditionele weelderige dorpjes met af en toe particuliere wijnhuizen die zich hier vestigden in de 18e of 19e eeuw. Gelegen rond hun Gotische of vaak zelfs Romaanse kerk, hun fonteinen, hun wasserijen zijn deze dorpjes het symbool voor het leven in de Bourgondische wijngaard. 

Hellingen, percelen en clos

Bij ieder dorp hoort een wijngaard en de bijbehorende namen voor rode wijn (Pinot Noir) en/of witte wijn (Chardonnay) en langs de hele weg een harmonieus en charmant landschap. Zachte bochten, in percelen gerangschikte wijngaarden waarvan sommigen zijn omringd door droge stenen muren, door een rivier of een haag. Dit zijn de “Clos” waarvan de ingang soms versierd is met majestueuze hekwerken of portieken die ons de naam van de eigenaar doen herinneren. Sommige percelen hebben ook nog kleine kalkstenen constructies, dit zijn de zgn. “Cabotes” waar men vroeger het gereedschap bewaarde of waar de wijnboer uit kon rusten en zijn maaltijd kon nuttigen. 

Traditionele feesten

Laten we vooral niet vergeten dat de Bourgondische wijnboeren een neus hebben voor feesten en gastvrijheid. Op het ritme van de vier seizoenen van de wijngaard en de wijn, brengt men een eerbetoon aan Bacchus (God van de wijn) en aan Saint-Vincent (Patroonheilige van de wijnmakers) en zijn deze traditionele, gezellige feesten geschikt om te vieren met vrienden, klanten en….alle liefhebbers. 

De Route vanuit een andere hoek
 

De Route des Grands Crus “doen”, houdt ook in een bezoek brengen aan prestigieuze en bescheiden plaatsen, bekend of buiten de gebaande paden om. In Chenôve herinneren de persen van de Hertogen van Bourgondië (14e eeuw) ons eraan dat de Hertogen van Valois “de Heren van de beste wijnen in het Christendom” waren. In Vougeot is het kasteel eeuwige getuige van het precisiewerk van de Cisterciënzer monniken wiens abdij zich vlakbij bevond. Onderweg kondigen enkele klokkentorens of kastelen met hun geglazuurde dakpannen de pracht aan van het Hôtel Dieu. Wandelend door de Côte de Beaune leren de kastelen van Corton André, Pommard, Meursault en Chassagne-Montrachet ons wat de betekenis is van een “Clos”.